#907
We gaan steeds hoger en kleiner wonen, de aarde is verzadigd aan verlaten wortels (Luc C. Martens) #906 Geef me een landschap waarin betekenis nog geen kleur bekent alles naamloos en onaangeraakt is. (Steven Van Der Heyden) #905 Ik kijk naar de uiteinden van de aarde. Ik zie alles en tegelijkertijd zie ik niets. (Linda Masibo) #904 waarom liggen de spijkers om de vloed mee vast te kloppen nooit in het huis waar ook de hamer ligt (Nikki Petit) #903 zijn zweetgeur hangt in lakens en gordijnen haar bril beslaat wanneer hij nadert met een heet gezicht (Wim Vandeleene) #902 Of hun redeneringen op ongelijke benen staan en daarom steeds in cirkels gaan? (Vincent Van Gelder) #901 de dood is een toneelgordijn dit eindeloos geduld totdat je opkomt (Mees van der Made) #900 het verleden dat toch nooit vergeet wat ons voor mij betekend heeft (Joost Bakker) #899 de avond begon met een barst, zette de deur open voor iets waar niemand zich nog aan snijden kon (Nikki Petit) #898 het sneeuwt roetvlokken op deze zomerdag zorgen vliegen als kraaien boven zijn schedeldak (Wim Vandeleene) #897 Twee gebogen ruggen tegeneen in bed; Ik en het boek (Vincent Van Gelder) #896 de verweerde lichamen die we te water laten proeven voorzichtig het zout, in ons hoofd breken oorverdovend de golven (Edward Hoornaert) #895 De aarde bloedt uit al zijn continenten, microplastics stelpen geen wonden (Luc C. Martens) #894 doodstil viert een stoet het leven op de begraafplaats (Mees van der Made) #893 een halve eeuw later zoeken mijn voeten aarding word ik herboren uit meer en minder, herleid tot hard contrast (Steven Van Der Heyden) #892 Soms wordt somber vederlicht de strop omheen mijn hals gedicht. (Bert Deben) #891 In het complexe impulsmoment sprankelde kosmische klankkleur op enkele vrolijke golffrequenties lallende reeksen Smurfenlied. (Jouke Hijlkema) #890 ze vertelde mij opgetogen over het hallucinerend noorderlicht de spoedeisende hulp bracht niet veel later helderheid: lachgas (Bert Struyvé) #889 het laatste raam een lichtspel in de avond ik een toeschouwer die leeft van andermans rituelen (Edward Hoornaert) #888 Je vraagt de leegte te vertrekken, blijft achter in een leeg vertrek. (Vincent Van Gelder) #887 Zeer vrij naar het boerenleven De zon gaat op, de zon gaat onder Waarom zong die Chinees ook alweer? (Pieter Drift) #886 Er is iets met de dingen die we niet begrijpen. Het maakt ze zo breekbaar, bijna licht in het donker. (Hans Hanssens) #885 gescheiden van elkaar tel ik de sterren in de donkere nacht verlangen overbrugt een oceaan als de tijd zichzelf vergeet (Annette Akkerman) #884 Wat mis ik je rest me de wolkenspiegel in je raam (Ann Bekaert) #883 het is onmogelijk al onze zintuigen uit te schakelen tenzij de aarde ons tot deze schoonheid drijft (Ingrid Strobbe) #882 het beeld raakt ingesneeuwd, enkel de donkere hoed houdt het silhouet nog overeind (Edward Hoornaert) #881 Door onvermoede problemen kunnen we u geen toekomstperspectief bieden. Wat volgt, is een herbeleving van het verleden. (Vincent Van Gelder) #880 Kijk: de wolken drijven voorbij, niemand houdt ze tegen. Straks vallen ze als regen, dan sluit ik het laatste gordijn. (Kris Lauwereys) #879 de roep van de zonnige tribunezijde om over je schaduw heen te springen, valt niet mee voor de veldspeler in het donkere deel (Bert Struyvé) #878 Een stem moet aan banden gelegd om gehoord te worden. (Vincent Van Gelder) #877 de as van verbrande meningen stapelt zich op aan onze deuren koud en onvermurwbaar als sneeuw (Nikki Petit) #876 Op troosteloze perrons schudden we de seconden uit onze horloge om naamloos te verdwijnen (Steven Van Der Heyden) #875 artrotisch leun ik tegen de tuindeur slagschaduw van een vermolmde ladder tegen de perelaar (Nikki Petit) #874 ik kijk door je vieze raam heen alleen je zwevende schoenen zijn te zien (Dick Morris) #873 de weiden blank, ontheemd de bomen – ik stel me een landschap voor waarin koeien als reigers zullen herrijzen, algen het gras zullen verstikken op de bodem (Edward Hoornaert) #872 we leerden lezen en verloren onze vacht onze naam hangt aan een zijden draadje (Steven Van Der Heyden) #871 Baboesjka (II) Een versleten hoofdsjaal verhult fijne haren, wit als de wolken die over het arbeidskamp dreven. (Vincent Van Gelder) #870 nog niet alle lampen zijn glad gewreven stof alom, toch ben je toe aan de derde wens (Elise Vos) #869 grote verschillen in schroefkoppen de wereld hangt van gossip aan elkaar (Pieter Nelletje) #868 Twaalf gedeeld door drie is grijs. Wij vieren de vergankelijkheid. (Elle Werners) #867 wolken schuiven wit en grijs van raam naar raam gedijen in een levend schilderij (Monique Bol) #866 pas wanneer je doorkrijgt hoe het leven te leven is het leven al zomaar aan je voorbij getrokken (Annette Akkerman) #865 de nacht graaft me uit een stelsel van mogelijkheden een inzicht dat naar buiten brandt (Steven Van Der Heyden) #864 Overwegende desnoods het pad dat werd gekenmerkt als promiscue boven het almaar minder genomene te nemen, riep vanuit 'n Hemel Frost mij toe: boe! (Jelmer van Lenteren) #863 Mijn woorden zijn geen sleutels die toegang geven tot het werk eerder een reeks sloten die niet weten welke deur al dan niet te verzinnen. (Bas Tuurder) #862 schijnbaar ongerijmd is het gordijn het sluit buiten wat binnenvalt (Dinie Sophie Fintelman) #861 Soms speel ik verstoppertje met mezelf en vind ik mij maanden lang niet meer terug. (Bert Deben) #860 boven de aarde bungelen donkere wolken aan fragiele draden breuken vlechten slechts een droog regenwoud aan meningen (Bert Struyvé) #859 alles is een spel verklaarde haar vader en liet haar de hoeken van de kamer zien (Annette Akkerman) #858 Kindertotenlied Een thuis als een tak in tweeën gebroken; de helften geslepen aan kinderhoofden → het speerwerpen in de mist (Vincent Van Gelder) #857 De dag wrijft de nacht uit haar ooghoeken slokt begerig de laatste restjes duisternis op (Laura Mijnders) #856 we groeien uit onze dromen, willen oplosbaar zijn wanneer het licht binnen sijpelt, vinden we beschutting in onszelf (Steven Van Der Heyden) #855 haar zwerftocht strandt voor een vertrouwde deur het kloppen klinkt als hamerslagen, raakt het huis vol in zijn hart (Edward Hoornaert) #854 vergeten wiegt het fruit aan de bomen lome borsten na de bloei (Nikki Petit) #853 Rakelings scheerde de verse krakeling langs de aarde, een zoete inval een kwestie van eens in miljoenen jaren (Jouke Hijlkema) #852 Argwaan Je hoofd, de noeste beveiligingsagent die blijdschap pas binnenlaat na een grondige fouille (Vincent Van Gelder) #851 In een vers vang ik het blakend blauw tot mijn kleur van de dag die ik behoedzaam – als een sluipende kat – ten prooi neem. (Patricia De Corte) #850 Iemand gaat buiten verwachting wordt vel over been en licht (Bert Lema) #849 Buiten blaft de hond. Hij weet waarop hij wacht en wat niet komt. Vroeg of laat wordt hij gek. (Edward Hoornaert) #848 Ik blaas een ring rond je vinger zoals rond Saturnus door stof verbonden blijven lichamen in evenwicht (Luc C. Martens) #847 een glas kan de reflectie van alles bevatten ons opzetten tegen het zwart (Kamiel Choi) #846 beladen met jaren herkauwt ze verveling vult ze uren tot de rand (Steven Van Der Heyden) #845 Vrees Beter het verlies voor te zijn, denk je dan en duwt je kindertong tegen de wiebelende noodlotstand. (Vincent Van Gelder) #844 een blaas laat een luchtvogel trippen ik leef stil met mijn fonkel in het café (Bert Struyvé) #843 de berg die zich terugtrekt in de stilte van de mist de broze tred van uitvertelde wandelaars (Edward Hoornaert) #842 tussen brokstukken een eclipsbril, een entertouw, we spannen de rug, klimmen uit onze vooroordelen (Luc C. Martens) #841 In een zee van stemmen lijden we schipbreuk zoeken we vrijheid achter maskers (Steven Van Der Heyden) #840 slaap: het openbaar vervoer droom: de rebus die je mist (Vincent Van Gelder) #839 golven bewaren mijn woorden in wulken en venusschelpen, meeuwen pulken, schreeuwen een nieuw gedicht (Luc C. Martens) #838 Ik haal mijn ogen open aan de tijd de wond heelt snel en traag tegelijk (Karen Goethals) #837 een bibliotheekbus brengt het genot dus zelfs tot bij mijn buren (Hilde Keteleer) #836 'Je pakket is bezorgd,' leest het bericht. 'Waarover?' vraag ik me af. (Vincent Van Gelder) #835 de zon zet als signaal zout af in de open wond van elke groef bij hoogmoed egaliseert de zee hardleersheid zonder pleister (Bert Struyvé) #834 je blijft bedrieglijk zonder vorm, onafgewerkt zoveel breken op een vel verzoekt tot strelen (Lisette Waterschoot) #833 Terminus De schok van ontkoppeling schudt me wakker. Een droom valt aan diggelen op de vloer van onze nachtcoupé. Alle wissels ten spijt eindigt hier de rit. (Vincent Van Gelder) #832 ze woont verweesd achter zijn ribben eet van zijn hart als een gekooide aap (Wim Vandeleene) #831 het zand is net als vroeger met golfjes als pratende monden opgedroogd liggen de woorden voor het oprapen, zomaar (Riet van Schie) #830 in een bibliotheek vol tweede kansen is mijn mond een leeggeroofde lade (Steven Van Der Heyden) #829 haar gezicht slaapt, een stenen tafel waarin haar zachte trekken zijn gebeiteld (Wim Vandeleene) #828 Ombra mai fu In de zomerzon dansen wilde bloemen als sjamanen om ons heen. Ik omhels de kersenboom waarin je vredig verder leeft. (Vincent Van Gelder) #827 Op het keerpunt van seizoenen, de handen die mij verder dragen (Luc C. Martens) #826 op het parket de schimmelafdruk van de matras waarop wij openbloeiden, blind de armen naar elkaar uitstrekten (Edward Hoornaert) #825 Geen woorden Laat ons uit vrede een vuist maken, het vlies van de oorlogstrommel doorboren. (Vincent Van Gelder) #824 Het klif gaapt je laatste perspectief, golven breken je stem. Het was wachten op de dag zonder horizon. (Antony Samson) #823 we enten nieuw talent in onze genen overleven onze beste bedoelingen (Steven Van Der Heyden) #822 Stof Angst, een stropdas om jouw hals — Je naait zakken aan het doodshemd en bezweert; Tot de nachtzijde rafelt aan de randen en de ochtend zich voor het laatst heeft aangekleed. (Vincent Van Gelder) #821 al ruziënd zochten ze de waarheid die eerst nog in het midden lag daarna plots niet meer te vinden was (Edward Hoornaert) #820 in het late glanzen verhult een lange schaduw voetstappen en misstappen (Monique Bol) #819 hoe de mens zijn scheve schaats op de plaat grijs draait terwijl het ijs op de aardbol een oplichtende exit zoekt (Bert Struyvé) #818 niet de windhoos maar de parelende regen drijft ons naar binnen in de stille voortgang van het raamtheater verdampt het vergezicht (Edward Hoornaert) #817 Dwarrelwind Ik schrijf de natuur en soms schrijft ze terug – Een vijgenblad valt als een postkaart in de bus. (Vincent Van Gelder) #816 liever de hummel die zich op de borst trommelt dan een titaan die boven zijn schoenen zweeft (Wim Vandeleene) #815 Verschillen als in een omgekeerde overeenkomst, een gelijkenis die we nog niet herkennen (Laura Van Meijeren) #814 treinsporen kruisen onbekende levens een beweeglijk netwerk van mogelijkheden (Steven Van Der Heyden) #813 de valse profeet gelooft dat zijn verzinsels bestaan, ook buiten zijn schedel, boven alle twijfel verheven (Wim Vandeleene) #812 Mijn oma zegt regelmatig dat je het leven kunt vergelijken met een reis in de schemering, het gezin een houvast is waar je nooit helemaal grip op krijgt (Laura Van Meijeren) #811 Zonnewaan Als ringloze planeten draaien geliefden om hun as. Moedervlekken leggen vreemde sterrenbeelden bloot – een maan gluurt afgunstig en wacht. (Vincent Van Gelder) #810 Het genadeschot kwam uit jouw mond. Maar als bij wonder bleef ik leven. (Ann Dewulf) #809 in een gezin met verborgen gebreken houden we ons vast aan wat niet wordt gezegd (Steven Van Der Heyden) #808 Op een dag waad je borsthoog door de nacht. Zwarte merries draven naar de oevers van je slaap. (Antony Samson) #807 ze trekt de nacht aan, in het sleepnet van haar dromen de bodemprijs van haar lichaam (Steven Van Der Heyden) #806 Geleende tijd 'Alweer een dag gewedijverd met de doden.' Hij stapt weg van het graf dat zijn naam draagt, verdwijnt zieltogend in het koren. (Vincent Van Gelder) #805 Trappen graven het donker uit, zoeken ondergronds een weg naar het spoor. De stad slaapt. Een kind droomt hoe de metro overvliegt. (Edward Hoornaert) #804 een trein schuift het station in, schudt reizigers uit slachtoffers van een lange dag (Steven Van Der Heyden) #803 Niets is pijnlijker dan dit: schrijvend reflecteren op de functie van het wit. (Paul Bezembinder) #802 ze kan niet meer dragen dan haar schaduw leeg zijn is een vorm van bestaan (Elle Werners) #801 de man in viruswetsuit houdt in de verlaten branding een scheermes als mobieltje tegen zijn oor en luistert (Bert Struyvé) #800 Bardo Je zag meer: troost in het machteloze; nerven in het vallend blad dat nooit een koers hoeft te kiezen. (Vincent Van Gelder) #799 de dagen hebben hun vaste gezichten en het nieuws dat de afstand moet overbruggen (Steven Van Der Heyden) #798 later – wanneer de ent permanent wordt, maken onze bladeren hun signatuur leesbaar (Sascha Beernaert) #797 postuum kreeg de arbeider een erkenning van chronisch zieke takken van asbest tekenen een boog over de betonnen bubbel (Rita Van Hauwermeiren) #796 In de leegte tussen zijn lippen huist een weg zonder einde (Karen Goethals) #795 in de koele lucht wacht een ademlaatste wanneer stille longen zich neigen over de grijze stad (Kamiel Choi) #794 het licht gaat op zijn achterste poten staan – wij blijven onbeweeglijk stilliggen, dragen de nacht in ons als een gouden woestijn (Edward Hoornaert) #793 Altijd de zon die de dingen groter maakt, de schaduwen langer dan de winter. (Hans Hanssens) #792 een vergeeld portret lijst een gezin in, een kleine klas, van voor de kernoorlog (Wim Vandeleene) #791 Hikikomori De mondige winter wringt zich in een naad, scheert langs in dertig tongen. Hier wacht een bevend kind: tussen vier muren die geen kamer vormen. (Vincent Van Gelder) #790 een stille groene navel in het stadsgeweld hoog in de lucht zweeft een buizerd (Elle Werners) #789 samen, vanop het eiland van ons bed een uur genieten van het uitzicht op gordijnen en een kier in de muur (Wim Vandeleene) #788 de triomf van de hoogvlieger op het werk valt hard, de bijwerking van het herhaalrecept (Bert Struyvé) #787 tot zij beseft: een deur is meer gat dan houvast zich door de strakke horizon naar buiten laat vallen (Edward Hoornaert) #786 een ochtend waar niemand om geeft, een man vult de raamopening, bewaart seizoenen achter dun glas (Steven Van Der Heyden) #785 jij moet mijn onbekende eindbestemming zijn zoiets als samen de tijd doden voor hij is aangebroken (Antony Samson) #784 hobbelen over een pad tussen schaduw en licht de afslag die volgt maakt helder of duister (Hans Van Miegelbeek) #783 Baboesjka Voor de leek is zij een kromme spijker; verroest, alleen. Maar Hamertje Dood weet: ze houdt het hele huis bijeen. (Vincent Van Gelder) #782 wij zijn niet-communicerende vaten waartussen toekomst sijpelt vormen een microkosmos in rep en roer (Steven Van Der Heyden) #781 Wat verklaart waarom een tunnel warmte naar buiten sleept verklaart daarom nog niet waarom we eenzaam zijn. (Truus Roeygens) #780 ze horen bij verloren, woorden die we leerden voor later vandaag lezen we wat we al wisten (Steven Van Der Heyden) #779 zoals een kat de nacht als één groot kruispunt zien en dat in alle mogelijke richtingen oversteken (Edward Hoornaert) #778 je vinger achter stijgend water krijgen werkt als kralen rijgen zonder knoop (Bert Struyvé) #777 Spiegel De helblauwe golfbreker rijst weer zachtjes op uit het lachende strand van haar voorhoofd; betovert mij. (Vincent Van Gelder) #776 we herkennen de lucht uit eerdere valpartijen ademen sporen die ouders in ons achterlaten (Steven Van Der Heyden) #775 Bars Woorden die banden net niet doorsnijden. Des te harder houdt liefde haar slager op afstand. (Lindah Nyirenda) #774 de zee ziet ons verlangen om zij aan zij te stromen terwijl we afgesneden wachten achter gewapend glas (Nellie Meijnikman) #773 met een loep in de hand richt ik de zon op de foto van een gekke president, tot zijn grijns opbrandt. (Wim Vandeleene) #772 Eerst scheppen we een kuil om veiligheid te creëren van het zand dat loskomt kunnen we een muur bouwen (Riet van Schie) #771 Ik hou ervan om naar afstanden te luisteren het oog eerder bang om te verdwijnen in wat het nooit eerder zag (Steven Van Der Heyden) #770 Als kind geloofde ik Als kind geloofde ik dat spoken echt bestonden. Nu weet ik zeker: Ze bestaan, dringen zich slag om slinger aan mij op in tal van vormen. (Vincent Van Gelder) #769 de zon bloost avondrood met de onschuld van een monnik die in een kleine zonde ondergaat (Wim Vandeleene) #768 ik snuif de geur van gesmolten hoop onverzadigd bloeden doe ik hoe dan ook (Kim Hoste) #766 vliegtuigen trekken strepen door de rekening van het klimaat stranden wachten, het schuim op de lippen (Antony Samson) #765 vrijheid wacht op het eind waar de kooi in een punt verdwijnt (Luc Lavaert) #764 het water legt zijn kletterende messen neer, vloeit naar zijn schoot terug – de bodem van de uitgeweken bedding breekt (Edward Hoornaert) #763 ik stap alleen en voluit door het leven als ik van bij het begin het einde zie (Lisette Waterschoot) #762 schaduwlongen haasten zich als vanouds in de fuik nu samen een enkele reis naar de witte vlek die groeit (Bert Struyvé) #761 achter het vacuüm van de hoop leeft de kamer waar je het gezicht van een voorbije mensheid kan aanraken (Sascha Beernaert) #760 hoe we onze vleugelslag aanpassen aan elkaar sierlijk onze val voor we te pletter slaan (Steven Van Der Heyden) #759 verlaten door nieuwe wegen stopt het verkeer onze brug trotseert de zure regen, doorstaat de test der tijd (Timur Batukayev) #758 Zoontje Ongeregeld Niets schreeuwt zo luid als de spijt van het roepen. (Kevin Remmery) #757 voel je niet gekooid dol maar door ook de dwangbuis kent geen dwaalspoor (Luc Lavaert) #756 Het is goed onderweg te zijn met twee, in een trage zelf gekozen tijd. (Hans Hanssens) #755 doordichten tot je de bodem bereikt onder je voeten knispert het papier (Luc Lavaert) #754 we moeten een cirkel op waarde willen breken bewegen we mee of bewegen we niet, het punt is hetzelfde (Bert Struyvé) #753 Ook straten dragen nerven die de stad blootleggen in hun aan- en afvoer van willekeurige en ongenode gasten (Edward Hoornaert) #752 liefde is beweging, ze zwemt voorbij in mensen met een bestemming (Steven Van Der Heyden) #751 ik vroeg de dichteres naar de zin van het leven er vielen witregels uit haar mond (Antony Samson) |