#922
ze ruilt de maan in voor een surrogaat tot de getijden onder haar jas stilstaan (Antony Samson) #921 En het woord is al onderweg naar het licht Schoonheid schept ontmoeting in elke duisternis. (Patricia De Corte) #920 nocturne in wit: koud vuur vonkt stil hoop is licht ontvlambaar (Saskia Van Bueren) #919 zingende treinwielen bewaren vergezichten in dode hoeken de belofte van een afscheid (Steven Van Der Heyden) #918 Helder, wit en over alles heen vat het licht de dempende stilte van sneeuw. (Hans Hanssens) #917 Dat ik geen schuilplaats maak, maar een graf delf; Dit lichaam een levende kist voor m'n al dode zelf. (Vincent Van Gelder) #916 voor ik een boom werd leerde ik de kruin van mijn hoofd vertakken liet ik mezelf opvliegen in gedachten, zocht ik in wervelwinden het stuurloze blad (Edward Hoornaert) #915 In elk labyrint is er één uitgang bij jou binnengekomen gooide ik de sleutel weg (Luc C. Martens) #914 haar ogen glijden als koplampen over zijn handen zijn stamelende mond, de binnenbrand van zijn blos (Wim Vandeleene) #913 met stijve leden in een dure jurk geweven treed binnen in de schemer van het echte leven (Mike Van Acoleyen) #912 toen alles draaide om gezien te worden loste ik mezelf op in onzichtbaarheid (Annette Akkerman) #911 twee graden sneeuwt na kortstondig lijden alsnog onder de tranen zullen wel nooit boven water komen (Bert Struyvé) #910 de reflectie in de spiegel haalt zijn blik open in de ouderwetse glans schuilt heimwee (Steven Van Der Heyden) #909 In het begin was het woord. De daad bleef achterwege. Het woord verloor alle betekenis. (Vincent Van Gelder) #908 Eerst kussen dan schudden we ons weer netjes op (Pieter Drift) #907 We gaan steeds hoger en kleiner wonen, de aarde is verzadigd aan verlaten wortels (Luc C. Martens) #906 Geef me een landschap waarin betekenis nog geen kleur bekent alles naamloos en onaangeraakt is. (Steven Van Der Heyden) #905 Ik kijk naar de uiteinden van de aarde. Ik zie alles en tegelijkertijd zie ik niets. (Linda Masibo) #904 waarom liggen de spijkers om de vloed mee vast te kloppen nooit in het huis waar ook de hamer ligt (Nikki Petit) #903 zijn zweetgeur hangt in lakens en gordijnen haar bril beslaat wanneer hij nadert met een heet gezicht (Wim Vandeleene) #902 Of hun redeneringen op ongelijke benen staan en daarom steeds in cirkels gaan? (Vincent Van Gelder) #901 de dood is een toneelgordijn – dit eindeloos geduld totdat je opkomt (Mees van der Made) #900 het verleden dat toch nooit vergeet wat ons voor mij betekend heeft (Joost Bakker) #899 de avond begon met een barst, zette de deur open voor iets waar niemand zich nog aan snijden kon (Nikki Petit) #898 het sneeuwt roetvlokken op deze zomerdag zorgen vliegen als kraaien boven zijn schedeldak (Wim Vandeleene) #897 Twee gebogen ruggen tegeneen in bed; Ik en het boek (Vincent Van Gelder) #896 de verweerde lichamen die we te water laten proeven voorzichtig het zout, in ons hoofd breken oorverdovend de golven (Edward Hoornaert) #895 De aarde bloedt uit al zijn continenten, microplastics stelpen geen wonden (Luc C. Martens) #894 doodstil viert een stoet het leven op de begraafplaats (Mees van der Made) #893 een halve eeuw later zoeken mijn voeten aarding word ik herboren uit meer en minder, herleid tot hard contrast (Steven Van Der Heyden) #892 Soms wordt somber vederlicht de strop omheen mijn hals gedicht. (Bert Deben) #891 In het complexe impulsmoment sprankelde kosmische klankkleur op enkele vrolijke golffrequenties lallende reeksen Smurfenlied. (Jouke Hijlkema) #890 ze vertelde mij opgetogen over het hallucinerend noorderlicht de spoedeisende hulp bracht niet veel later helderheid: lachgas (Bert Struyvé) #889 het laatste raam een lichtspel in de avond ik een toeschouwer die leeft van andermans rituelen (Edward Hoornaert) #888 Je vraagt de leegte te vertrekken, blijft achter in een leeg vertrek. (Vincent Van Gelder) #887 Zeer vrij naar het boerenleven De zon gaat op, de zon gaat onder Waarom zong die Chinees ook alweer? (Pieter Drift) #886 Er is iets met de dingen die we niet begrijpen. Het maakt ze zo breekbaar, bijna licht in het donker. (Hans Hanssens) #885 gescheiden van elkaar tel ik de sterren in de donkere nacht verlangen overbrugt een oceaan als de tijd zichzelf vergeet (Annette Akkerman) #884 Wat mis ik je rest me de wolkenspiegel in je raam (Ann Bekaert) #883 het is onmogelijk al onze zintuigen uit te schakelen tenzij de aarde ons tot deze schoonheid drijft (Ingrid Strobbe) #882 het beeld raakt ingesneeuwd, enkel de donkere hoed houdt het silhouet nog overeind (Edward Hoornaert) #881 Door onvermoede problemen kunnen we u geen toekomstperspectief bieden. Wat volgt, is een herbeleving van het verleden. (Vincent Van Gelder) #880 Kijk: de wolken drijven voorbij, niemand houdt ze tegen. Straks vallen ze als regen, dan sluit ik het laatste gordijn. (Kris Lauwereys) #879 de roep van de zonnige tribunezijde om over je schaduw heen te springen, valt niet mee voor de veldspeler in het donkere deel (Bert Struyvé) #878 Een stem moet aan banden gelegd om gehoord te worden. (Vincent Van Gelder) #877 de as van verbrande meningen stapelt zich op aan onze deuren koud en onvermurwbaar als sneeuw (Nikki Petit) #876 Op troosteloze perrons schudden we de seconden uit onze horloge om naamloos te verdwijnen (Steven Van Der Heyden) #875 artrotisch leun ik tegen de tuindeur slagschaduw van een vermolmde ladder tegen de perelaar (Nikki Petit) #874 ik kijk door je vieze raam heen alleen je zwevende schoenen zijn te zien (Dick Morris) #873 de weiden blank, ontheemd de bomen – ik stel me een landschap voor waarin koeien als reigers zullen herrijzen, algen het gras zullen verstikken op de bodem (Edward Hoornaert) #872 we leerden lezen en verloren onze vacht onze naam hangt aan een zijden draadje (Steven Van Der Heyden) #871 Baboesjka (II) Een versleten hoofdsjaal verhult fijne haren, wit als de wolken die over het arbeidskamp dreven. (Vincent Van Gelder) #870 nog niet alle lampen zijn glad gewreven stof alom, toch ben je toe aan de derde wens (Elise Vos) #869 grote verschillen in schroefkoppen de wereld hangt van gossip aan elkaar (Pieter Nelletje) #868 Twaalf gedeeld door drie is grijs. Wij vieren de vergankelijkheid. (Elle Werners) #867 wolken schuiven wit en grijs van raam naar raam gedijen in een levend schilderij (Monique Bol) #866 pas wanneer je doorkrijgt hoe het leven te leven is het leven al zomaar aan je voorbij getrokken (Annette Akkerman) #865 de nacht graaft me uit een stelsel van mogelijkheden een inzicht dat naar buiten brandt (Steven Van Der Heyden) #864 Overwegende desnoods het pad dat werd gekenmerkt als promiscue boven het almaar minder genomene te nemen, riep vanuit 'n Hemel Frost mij toe: boe! (Jelmer van Lenteren) #863 Mijn woorden zijn geen sleutels die toegang geven tot het werk eerder een reeks sloten die niet weten welke deur al dan niet te verzinnen. (Bas Tuurder) #862 schijnbaar ongerijmd is het gordijn het sluit buiten wat binnenvalt (Dinie Sophie Fintelman) #861 Soms speel ik verstoppertje met mezelf en vind ik mij maanden lang niet meer terug. (Bert Deben) #860 boven de aarde bungelen donkere wolken aan fragiele draden breuken vlechten slechts een droog regenwoud aan meningen (Bert Struyvé) #859 alles is een spel verklaarde haar vader en liet haar de hoeken van de kamer zien (Annette Akkerman) #858 Kindertotenlied Een thuis als een tak in tweeën gebroken; de helften geslepen aan kinderhoofden → het speerwerpen in de mist (Vincent Van Gelder) #857 De dag wrijft de nacht uit haar ooghoeken slokt begerig de laatste restjes duisternis op (Laura Mijnders) #856 we groeien uit onze dromen, willen oplosbaar zijn wanneer het licht binnen sijpelt, vinden we beschutting in onszelf (Steven Van Der Heyden) #855 haar zwerftocht strandt voor een vertrouwde deur het kloppen klinkt als hamerslagen, raakt het huis vol in zijn hart (Edward Hoornaert) #854 vergeten wiegt het fruit aan de bomen lome borsten na de bloei (Nikki Petit) #853 Rakelings scheerde de verse krakeling langs de aarde, een zoete inval een kwestie van eens in miljoenen jaren (Jouke Hijlkema) #852 Argwaan Je hoofd, de noeste beveiligingsagent die blijdschap pas binnenlaat na een grondige fouille (Vincent Van Gelder) #851 In een vers vang ik het blakend blauw tot mijn kleur van de dag die ik behoedzaam – als een sluipende kat – ten prooi neem. (Patricia De Corte) #850 Iemand gaat buiten verwachting wordt vel over been en licht (Bert Lema) |