een twee powezie
  • een twee gedichten
  • 1P2
  • Brandpunt
  • PROJECTEN
  • ARCHIEF
  • Kopij
  • D&F
  • 1 2 WIE?
Foto
#948

Herten zijn we. Burlen en beuken met een extra skelet

op de kop. Stil en naakt als het ons afvalt.



(Reinout Verbeke)



#947

Van ver rolt de appel terug

naar de stervende boom.



(Vincent Van Gelder)



#946

de mensverschrikker op het zaaiveld

spreidt de armen & oogst hiaat



(Bo Vanluchene)



#945

de vlam houdt het vet vloeiend, neonlicht voedt de honger

een man die vergeet dat hij op weg was naar huis hapt toe



(Edward Hoornaert)



#944

hij verruilde zijn thuis voor het koude noorden

zijn moeder stopt zijn koffer vol met chocola



(Monique Bol)



#943

na mijlen moet je weer vragen aan de satelliet

waarheen het dwaalspoor leidt



(Wim Vandeleene)



#942

Er schuilt een nis in mijn gedachten waarin alles lijkt verborgen,

ter nagedachtenis aan morgen zal het zijn geschreven.



(Jouke Hijlkema)



#941

Thuis is waar boeken planken krom trekken, de sofa

een kuil bewaart waar de hond gisteren sliep, jij mijn rug recht.



(Elise Vos)



#940

hoe vat je sterven op, in een handomdraai 

is het zo gebeurd et toch duurt het een leven lang



(Hans Van Miegelbeek)



#939

op alle fronten lijft de dood ons in

ontwaken onze lichamen in lijkwaden



(Luc Lavaert)



#938

geloof mijn hart tot haven en ik zal de steen zijn
 
om de stroom veilig over te steken



(Ann Van Dessel)



#937

Er zijn geen dagen meer zonder geknaag. Kleine tanden

onder het wolfseind leggen ons woelen bloot.



(Kris Lauwereys)



#936

hoe krijg ik het licht in een doos gepropt

​om het jou te geven voor de donkere dagen



(Rinske Kegel)



#935

In iedere kus die wij geven zit de daad die ons niet geneest:

met een ontelbaar sneuvelen sterven te vlug af willen zijn.



(Geert Jan Beeckman)



#934

We zijn niet veel — een roos met doornen in haar zij, 

teder genoeg om bijen te doen twijfelen aan hun bestemming.



(Truus Roeygens)

*ter nagedachtenis aan Leen Pil



#933

geef me voren vol belofte, doe mij maar geen boeket

te vaak al kreeg ik een kelk langzame sterfte voorgezet



(Nikki Petit) 



#932

In de trein trekt de wereld aan me voorbij

Mijn zwartfluwelen nietigheid rent het liefst achteruit



(Annette Akkerman)



#931

Hoog boven mij, een frêle damp die fladdert en gebaart

Uit een tasje aan mijn pols glippen de kansen weg



(Elle Werners)



#930

ik benijd de intimiteit van twee boterhammen

in een broodrooster: hun perfect op elkaar afgestemde levens



(Tania Verhelst)


​
#929

hoe zon het water droogt en zwanen die dat niet willen traag


hun toevlucht zoeken in het stuurloze blauw van de hemel


(Riet van Schie)



#928

We betrekken de toekomst met de boedel

van het verleden, willen stijlen verzoenen.



(Vincent Van Gelder)



#927

Als bij ons thuis een storm geboren wordt, houdt iedereen zich aan moeder vast

en wacht tot zij het oog gevonden heeft, de wind weer gladstrijkt in haar schoot



(Edward Hoornaert)



#926

Toen ik het witte blad overstak om je nabij te zijn

reikte je me een kapotte pen aan, schoten woorden tekort



(Steven Van Der Heyden)



#925

In het zwart van de hel krijgt het kogelwerend vest een eigen dimensie

daar waar een baal meel het achterhoofd stut tegen een blauwe hemel



(Bert Struyvé)


​
#924

Soms betekent een kans dat je niet aanklopt
​

bedacht ze toen ze een nieuwe deurklink kocht.


(Otilia Ilie)



#923

Gisteren een bevreemdend etentje met de tijd gehad.

We bleven het verleden herkauwen tot het restaurant sloot.



(Vincent Van Gelder)



#922

ze ruilt de maan in voor een surrogaat

tot de getijden onder haar jas stilstaan



(Antony Samson)


​
#921

En het woord is al onderweg naar het licht.

Schoonheid schept ontmoeting in elke duisternis.



(Patricia De Corte)



#920

nocturne in wit: koud vuur vonkt stil

hoop is licht ontvlambaar



(Saskia Van Bueren)



#919

zingende treinwielen bewaren vergezichten

in dode hoeken de belofte van een afscheid



(Steven Van Der Heyden)



#918

Helder, wit en over alles heen 

vat het licht de dempende stilte van sneeuw.



(Hans Hanssens)



#917

Dat ik geen schuilplaats maak, maar een graf delf;

Dit lichaam een levende kist voor m'n al dode zelf.



(Vincent Van Gelder)



#916


voor ik een boom werd leerde ik de kruin van mijn hoofd vertakken

liet ik mezelf opvliegen in gedachten, zocht ik in wervelwinden het stuurloze blad



(Edward Hoornaert)



#915

In elk labyrint is er één uitgang

bij jou binnengekomen gooide ik de sleutel weg



(Luc C. Martens)


​
#914

haar ogen glijden als koplampen over zijn handen

zijn stamelende mond, de binnenbrand van zijn blos



(Wim Vandeleene)



#913

met stijve leden in een dure jurk geweven

treed binnen in de schemer van het echte leven



(Mike Van Acoleyen)



#912

​toen alles draaide om gezien te worden

loste ik mezelf op in onzichtbaarheid



(Annette Akkerman)



#911

twee graden sneeuwt na kortstondig lijden alsnog onder

de tranen zullen wel nooit boven water komen




(Bert Struyvé)



#910

de reflectie in de spiegel haalt zijn blik open

in de ouderwetse glans schuilt heimwee


(Steven Van Der Heyden)

​

#909

In het begin was het woord. De daad bleef achterwege.

Het woord verloor alle betekenis.



(Vincent Van Gelder)



#908

Eerst kussen dan schudden

we ons weer netjes op



(Pieter Drift)



#907

We gaan steeds hoger en kleiner wonen,

de aarde is verzadigd aan verlaten wortels



(Luc C. Martens)


​
#906

Geef me een landschap waarin betekenis nog geen kleur bekent

alles naamloos en onaangeraakt is.



(Steven Van Der Heyden)


​
#905

Ik kijk naar de uiteinden van de aarde.

Ik zie alles en tegelijkertijd zie ik niets.



(Linda Masibo)



#904

waarom liggen de spijkers om de vloed mee vast te kloppen

nooit in het huis waar ook de hamer ligt



(Nikki Petit)



#903

zijn zweetgeur hangt in lakens en gordijnen

haar bril beslaat wanneer hij nadert met een heet gezicht



(Wim Vandeleene)


​
#902

Of hun redeneringen op ongelijke benen staan

en daarom steeds in cirkels gaan?


​(Vincent Van Gelder)



#901

de dood is een toneelgordijn –

​dit eindeloos geduld totdat je opkomt


(Mees van der Made)




#900

het verleden dat toch nooit vergeet

wat ons voor mij betekend heeft



(Joost Bakker)



#899

de avond begon met een barst, zette de deur open voor iets

waar niemand zich nog aan snijden kon



(Nikki Petit)


​
#898

het sneeuwt roetvlokken op deze zomerdag

zorgen vliegen als kraaien boven zijn schedeldak


(Wim Vandeleene)



#897


Twee gebogen ruggen tegeneen in bed;

Ik en het boek



(Vincent Van Gelder)



#896

de verweerde lichamen die we te water laten proeven voorzichtig 

het zout, in ons hoofd breken oorverdovend de golven



(Edward Hoornaert)



#895

De aarde bloedt uit al zijn continenten,

microplastics stelpen geen wonden



(Luc C. Martens)



#894

doodstil viert een stoet

het leven op de begraafplaats



(Mees van der Made)



#893


een halve eeuw later zoeken mijn voeten aarding

word ik herboren uit meer en minder, herleid tot hard contrast



(Steven Van Der Heyden)



#892

Soms wordt somber vederlicht

de strop omheen mijn hals gedicht.



(Bert Deben)



#891


In het complexe impulsmoment sprankelde kosmische klankkleur

op enkele vrolijke golffrequenties lallende reeksen Smurfenlied.



(Jouke Hijlkema)



#890

ze vertelde mij opgetogen over het hallucinerend noorderlicht

de spoedeisende hulp bracht niet veel later helderheid: lachgas



(Bert Struyvé)



#889

het laatste raam een lichtspel in de avond

ik een toeschouwer die leeft van andermans rituelen



(Edward Hoornaert)



#888

Je vraagt de leegte te vertrekken,

blijft achter in een leeg vertrek.



(Vincent Van Gelder)



#887

Zeer vrij naar het boerenleven



De zon gaat op, de zon gaat onder

Waarom zong die Chinees ook alweer?



(Pieter Drift)



#886


Er is iets met de dingen die we niet begrijpen.

Het maakt ze zo breekbaar, bijna licht in het donker.



(Hans Hanssens)



#885

gescheiden van elkaar tel ik de sterren in de donkere nacht

verlangen overbrugt een oceaan als de tijd zichzelf vergeet



(Annette Akkerman)



#884

Wat mis ik je rest me

de wolkenspiegel in je raam



(Ann Bekaert)



#883


het is onmogelijk al onze zintuigen uit te schakelen

tenzij de aarde ons tot deze schoonheid drijft



(Ingrid Strobbe)



#882


het beeld raakt ingesneeuwd, enkel de 

donkere hoed houdt het silhouet nog overeind



(Edward Hoornaert)



#881

Door onvermoede problemen kunnen we u geen toekomstperspectief bieden.

Wat volgt, is een herbeleving van het verleden.



(Vincent Van Gelder)



#880


Kijk: de wolken drijven voorbij, niemand houdt ze tegen.

Straks vallen ze als regen, dan sluit ik het laatste gordijn.



(Kris Lauwereys)



#879


de roep van de zonnige tribunezijde om over je schaduw heen

te springen, valt niet mee voor de veldspeler in het donkere deel



(Bert Struyvé)



#878


Een stem moet aan banden gelegd

om gehoord te worden.



(Vincent Van Gelder)



#877


de as van verbrande meningen stapelt zich op aan onze deuren

koud en onvermurwbaar als sneeuw 



(Nikki Petit)



#876


Op troosteloze perrons schudden we de seconden

uit onze horloge om naamloos te verdwijnen



(Steven Van Der Heyden)



#875


artrotisch leun ik tegen de tuindeur

slagschaduw van een vermolmde ladder tegen de perelaar 



(Nikki Petit)



#874

ik kijk door je vieze raam heen

alleen je zwevende schoenen zijn te zien



(Dick Morris)



​#873

de weiden blank, ontheemd de bomen – ik stel me een landschap voor

​waarin koeien als reigers zullen herrijzen, algen het gras zullen verstikken op de bodem



(Edward Hoornaert)



#872

we leerden lezen en verloren onze vacht

onze naam hangt aan een zijden draadje



(Steven Van Der Heyden)


​
#871


Baboesjka (II)

​
Een versleten hoofdsjaal verhult fijne haren, wit

als de wolken die over het arbeidskamp dreven.



(Vincent Van Gelder)



#870


nog niet alle lampen zijn glad gewreven

stof alom, toch ben je toe aan de derde wens



(Elise Vos)



#869


grote verschillen in schroefkoppen 

de wereld hangt van gossip aan elkaar



(Pieter Nelletje)



#868


Twaalf gedeeld door drie is grijs.

Wij vieren de vergankelijkheid.



(Elle Werners)



#867


wolken schuiven wit en grijs van raam naar raam

gedijen in een levend schilderij



(Monique Bol)



#866

pas wanneer je doorkrijgt hoe het leven te leven

is het leven al zomaar aan je voorbij getrokken



(Annette Akkerman)



#865

de nacht graaft me uit een stelsel van mogelijkheden

een inzicht dat naar buiten brandt



(Steven Van Der Heyden)



#864

Overwegende desnoods het pad dat werd gekenmerkt als promiscue boven

het almaar minder genomene te nemen, riep vanuit 'n Hemel Frost mij toe: boe!



(Jelmer van Lenteren)



#863

Mijn woorden zijn geen sleutels die toegang geven tot het werk

eerder een reeks sloten die niet weten welke deur al dan niet te verzinnen.



(Bas Tuurder)



#862

schijnbaar ongerijmd is het gordijn

het sluit buiten wat binnenvalt



(Dinie Sophie Fintelman)



#861

Soms speel ik verstoppertje met mezelf 

en vind ik mij maanden lang niet meer terug.



(Bert Deben)


​
#860


boven de aarde bungelen donkere wolken aan fragiele draden

breuken vlechten slechts een droog regenwoud aan meningen


(Bert Struyvé)


​
#859


alles is een spel verklaarde haar vader

en liet haar de hoeken van de kamer zien 

​
(Annette Akkerman)



#858

Kindertotenlied


Een thuis als een tak in tweeën gebroken; de helften

geslepen aan kinderhoofden → het speerwerpen in de mist



(Vincent Van Gelder) 



#857

De dag wrijft de nacht uit haar ooghoeken

slokt begerig de laatste restjes duisternis op



(Laura Mijnders) 



#856


we groeien uit onze dromen, willen oplosbaar zijn

wanneer het licht binnen sijpelt, vinden we beschutting in onszelf



(Steven Van Der Heyden)



#855


haar zwerftocht strandt voor een vertrouwde deur

het kloppen klinkt als hamerslagen, raakt het huis vol in zijn hart



(Edward Hoornaert)


​
#854


vergeten wiegt het fruit aan de bomen

lome borsten na de bloei



(Nikki Petit)



#853

​
Rakelings scheerde de verse krakeling langs de aarde,

een zoete inval een kwestie van eens in miljoenen jaren


(Jouke Hijlkema)


​
#852

Argwaan



Je hoofd, de noeste beveiligingsagent 

die blijdschap pas binnenlaat na een grondige fouille 



(Vincent Van Gelder)



#851


In een vers vang ik het blakend blauw tot mijn kleur van de dag

die ik behoedzaam – als een sluipende kat – ten prooi neem.


(Patricia De Corte)



#850


Iemand gaat buiten verwachting

wordt vel over been en licht



(Bert Lema)


GEDICHTEN, FOTO'S EN ANDERE TEKSTEN OP DEZE WEBSITE MOGEN NIET VERVEELVOUDIGD EN/OF OPENBAAR GEMAAKT WORDEN ZONDER VOORAFGAANDE SCHRIFTELIJKE TOESTEMMING VAN DE AUTEUR.



  • een twee gedichten
  • 1P2
  • Brandpunt
  • PROJECTEN
  • ARCHIEF
  • Kopij
  • D&F
  • 1 2 WIE?